Dik Bruynesteyn  wordt op 7 juli 1927 om 7 uur‘s ochtends geboren in Rotterdam-Zuid, alsDick Bruijnesteijn. Niet ver van het Feyenoord stadion.Hij groeit op in Badhoevedorp, niet ver vanhet Amsterdamse Olympisch Stadion. In 1952 trouwt hij metAnnie de Bruyne, zij krijgen twee dochters, Anneke en Elsje.In de loop van de jaren wisselt hij regelmatig van woonplaats;Rotterdam, Amsterdam, Sydney (Australië), Zandvoort,Soest, Bergeijk, Eemnes, Midwoud en tenslotte Hoorn.














Poppetjestekenaar
K
arikaturist, striptekenaar, cartoonist, sporttekenaar of, zoalshij het zelf bij voorkeur zegt, “poppetjestekenaar”. Autodidact,op veel gebieden. Hij is de opvolger van de legendarischeBob Uschi. Net als inspirator Uschi werkte hij vele jarenin dienst van Het Vrije Volk. In zijnjongensjaren wordt hij ballenjongenbij Blauw-Wit in het Olympisch Stadion.Op een dag ziet hij Bob Uschi hetOlympisch Stadion binnenkomen.“Die man liet zo prachtig nonchalantzijn perskaart zien, dat ik dacht: ooitwil ik óók zo door de poort lopen”. 














Sportieve hoogtepunten 
Hij voetbalt bij SV Lijnden in zijn woonplaats Badhoevedorp.Verspeelt twee voortanden op de plaatselijke wielerbaan.Met het Nederlands (sportpers) elftal wint hij met 5-1 vanBelgië. Zijn grootste sportsucces dankt hij aan een enormpaard, waarmee hij in 1966 in een sulky de eerste NTS-prijswint, bij een echte draverij op Duindigt. Paard, diens eigenaaren Dik zelf zijn nooit van hun verbazing bekomen.Op middelbare leeftijd wordt hij lid van DOF (Door OefeningFlink) de fietsclub van prominenten: o.a. Hennie Kuiper,Dries van Agt, Tonny Eyk. Met zwemmen behaalt hij hetenige diploma in zijn leven. 












Opera, Puskas Italië en 'Baby I love you'
Thuis staat meestal Italiaanse operamuziek op, zijn grotemuzikale liefde. Een telefoongesprek begint altijd met:“Wacht even, ik zet de muziek zachter”. Hij bewaart interessantekrantenartikelen, -foto’s en getekende of geschrevenaantekeningen in bananendozen in zijn werkkamer, tot jeer niet meer kan lopen en (letterlijk) niets meer is terug tevinden.In de hoogtijdagen van het Hongaarse voetbal in de jaren’50 bezoekt hij Hongarije. Hij valt voor de Hongaarse volksmuzieken het voetbal van Puskás en het Gouden Team. Omnog meer te kunnen genieten van de Italiaanse opera leerthij zichzelf Italiaans. Op latere leeftijd wordt Italië zijn favorietebuitenlandse bestemming.Hij houdt van een droge sherry aan het eind van de middagen een goed glas wijn bij lunch en diner. In het restaurantlaat hij zich graag het menu voorlezen. Is veel beter in hetvertellen dan in het luisteren. Maakt voortdurend plannenen (aan-)tekeningen voor nieuwe optredens en uit te gevenboeken. Hij haat stropdassen en dikdoenerij, de almaartoenemende verengelsing van de taal en luide ‘Baby I loveyou’-muziek in horeca-etablissementen.


Werkwijze en inspiratie
Halverwege de 19e eeuw ontstond de mogelijkheid om foto’sin kranten af te drukken. Het verwerken van fotografischebeelden vergt relatief veeltijd. Als een fotograaf halverwege de vorige eeuw een foto maakt bij een sportwedstrijd moet hij met het filmrolletjenaar zijn werkgever, het fotopersbureau. Daar wordt de filmontwikkeld en afgedrukt om vervolgens per fiets, auto oftrein naar de krantenredacties te worden gebracht.Het opnemen van karikaturen in de eigen krant is mindergecompliceerd. Na de wedstrijd spoedt de tekenaar zichnaar de redactie van zijn krant en tekent daar zijn impressievan speler of wedstrijd. Diks voorganger en inspirator BobUschi werkte in de jaren rond de 2e Wereldoorlog op diewijze voor de Telegraaf en Het Vrije Volk. Aan het begin vande Diks carrière werkt dat nog steeds zo.In Frankrijk, tijdens de Tour de France, maakt Dik kennis methet werk van de grote Franse striptekenaar en sportkarikaturistPellos, later met diens collega Déro. Met name Pellosheeft het werk van Dik in die periode beïnvloed.Dik is een uitzonderlijk goede observator, heeft het talentom met enkele lijnen een goed gelijkend karikaturaal portret te tekenen. Het lichaam tekent hij er in de beginperiodeop haast kinderlijke wijze aan vast. Maar de kwaliteit vanzijn werk neemt snel toe. Voor Het Vrije Volk in 1954 tekenthij bij de column van Abe Lenstra een ‘luie’ Abe en een soepelbewegende Faas Wilkes. Zoals je een wandelaar die 100meter voor je loopt aan zijn houding herkent, zo herken jebij Dik de getekende persoon zonder het gezicht te zien, dehouding is voor hem net zo belangrijk als de gelaatstrekken.De lichamen hebben souplesse, beweging. Dat laatste geldtzoals gezegd niet voor Abe!












Opleiding en tewerkstelling in Duitsland
Na de lagere school in Sloten gaat Dik naarde Vincent van Gogh Mulo in Amsterdam. In1944 wordt hij opgepakt door de Duitsers,om als dwangarbeider naar Rinkenrode, bijMünster in Westfalen gestuurd te worden. Met zijn 17 jaarvinden de Duitsers hem sterk genoeg om een schop vast tehouden en mee te werken aan het graven van de Westfalenlinie.Hij wordt daar slecht behandeld. Als een arbeiderprobeert te ontsnappen, wordt er door de Duitsers directgeschoten. Soms moet er tijdens het gravendekking worden gezocht voor de overvliegendeEngelse vliegtuigen.Op 1 april 1945 wordt hij door de Amerikanenbevrijd. Omdat hij inmiddels Engels en Duitsspreekt, wordt hij enige tijd tolk in het Amerikaanseleger. Hij tekent de soldaten en haaltdaarmee een paar keer de legerkrant. Vandeze tekeningen zijn helaas geen exemplarenbewaard gebleven.
Jopie Groeneveld-van Jaarsveld, nu 83 jaar,was klasgenote van Dik op de Vincent vanGogh Mulo. Zij herinnert zich dat Dik de boelgraag op stelten zette. Dik en Jopie kondenhet goed met elkaar vinden. Dik pestte Jopie,zoals hij later sporters ‘te kijk zet’, op een milde manier.Tekende haar bijvoorbeeld na schooltijd twee keer op hetschoolbord, een keer met bril en een keer zonder, omdat zemoeite had met haar bril en die regelmatig op- en afzette.Bij aanvang van de lessen de volgende dag wordt hetschoolbord opengeslagen en zijn Jopie’s portretten voor dehele klas te zien.Dik is in die tijd meer geïnteresseerd in sport en tekenen danin leren. De Vincent van Gogh Mulo was een sportieve schoolin Amsterdam-West, veel jongens voetbalden in Blauw-Wit.Hanny Tolmeijer, de latere rechtsbuiten van Blauw-Wit enFC Amsterdam, zit bij Dik in de klas. Het schoolvoetbalelftalvan de Vincent van Gogh Mulo speelt in het tenue vanBlauw-Wit.Jopie herinnert zich dat Dik in de oorlogsjaren fel anti-Duitswas. Hij uit dat ook op school en discussieert met de invallendeleerkracht, omdat zij de Duitse bezetting goedpraat.Hij heeft er veel moeite mee dat Joodse leerlingen gedurendede oorlogsjaren plotseling niet meer naar school komen.Om op school te komen moet Dik van Badhoevedorp naarAmsterdam lopen. In 1944 moet hij regelmatig verzuimen,de Duitsers pakken mannen op, die vervolgens naar Duitslandworden getransporteerd om daar tewerk te wordengesteld. Op een dag wordt Dik toch aangehouden, onderhet oog van Jopie’s moeder. Zij ziet dat Dik met een aantalandere mannen door Duitse soldaten wordt weggevoerd. 


Aan het werk en in militaire dienst
Door de tewerkstelling in Duitsland heeft hij zijn schoolopleidingniet kunnen afmaken. Zelf zit hij daar niet zo mee,het liefst wil hij van tekenen zijn beroep maken.Zijn vader heeft een hoge positie bij de KLM. Dus wordt Dikseerste baan baliemedewerker op Schiphol.In 1947 moet hij in militaire dienst. Via Bussum en Kampenkomt hij met zijn dienstmakker Benny Leijdsman als luchtmacht soldaatin Breda terecht.Benny Leijdsman:“Een kamergenoot had een tekening van mij gemaakt. Toenik Dik die tekening liet zien reageerde hij met: 'Dat kan ikbeter'. Hij tekende mij op 3 september 1947 in de Kloosterkazernein Breda in sportkleding, volgens mij de eerste sportkarikatuur van zijn hand. De eerste in de krant geplaatste tekening maakt Dik kortetijd later, na een gewonnen handbalwedstrijd met mijn verenigingVlugheid en Kracht uit Groningen, waarbij ik veelgescoord had. Die tekening kwam via via terecht in het Dagbladvan het Noorden.Na onze overplaatsing naar Scheveningen krijgt Dik contactmet verslaggever Herman Kuiphof, toen hoofdredacteurvan de Haagsche Courant, later verslaggever bij radioen televisie. Kuiphof herkent Diks talent en stimuleert hemom sportwedstrijden te bezoeken en zijn tekeningen bij deHaagsche Courant aan te bieden.Dik was een geweldige kameraad. Als dienstplichtige washij erg brutaal. In 1948 is hij eens een week zonder toestemmingnaar Limburg getrokken, toen daar de wereldkampioenschappen wielrennenwerden gehouden. De overnachtingen betaalde hij van hethonorarium van de tekeningen die in de Haagse Courantwerden geplaatst. Ik moest er voor zorgen dat zijn afwezigheidniet opviel. Per tekening ontving hij ƒ 7,50, genoeg omzijn overnachtingen in Valkenburg van te betalen.Dik was eigenlijk messbediende, maar door zijn tekentalentkreeg hij toestemming van zijn commandant om van alleofficieren karikaturen te tekenen. Dat deed hij dan ’s ochtends.‘s Middags werkte hij de tekeningen op het strand uit.Op een zondag in 1948 wilde hij naar een voetbalwedstrijdin het Olympisch Stadion in Amsterdam. Omdat ze te laat uitbed waren gekomen, kreeg de hele kamer straf. Dik kochtde hoornblazer om met een pakje sigaretten. Die verklaardedat Dik bij het appèl aanwezig was geweest en Dik kon alsnognaar Amsterdam.















Op die dag, zondag 12 mei 1948, spelen Haarlem en EDOeen wedstrijd in de kampioenscompetitie van de districtskampioenen.In navolging van zijn grote voorbeeld BobUschi komt Dik met een perskaart van de Haagsche Couranthet Olympisch Stadion binnen…
Dik zelf: “Om bij de Haagsche Courant tekeningengeplaatst te krijgen trok ik er op uit omhofstedelijke sporters te tekenen. De eerstewas Giel de Roode, overduidelijk een bokser.De pugilist bezat letterlijk alles wat voor mij bruikbaar was:zware, beschadigde wenkbrauwen, een kin als een aambeeld,de neus groot en plat geslagen. Bovendien toondehij een voortdurende grijns van het ene bloemkooloor naarhet andere. Toch lukte het me voor geen millimeter, ik hoorhet ‘s mans echtgenote, meekijkend over mijn schouder, nogzeggen: “Nou ja, ‘t lijkt toch wel een beetje op een hoofd”. 
Via grammofoonplaten die zijn vader meenam van zijn reizen,kwam Dik al jong in aanraking met de Italiaanse operaen dat was liefde bij de eerste klank. In 1949 trad de beroemdetenor Beniamino Gigli in Nederland op. Dik melddezich aan de balie van het hotel waar Gigli logeerde, werddoorgestuurd naar diens secretaris, die Diks verzoek om Giglite mogen tekenen afwees. Op dat moment kwam de zangerin beeld en vroeg aan zijn secretaris wat die man methet schetsboek wilde. De secretaris vertaalde het antwoordvan Gigli: “You can make the caricature”. De tekening werdgeplaatst in de Haagsche Courant.












Australië
In de eerste 5 jaar van zijn carrière tekent hij onregelmatigvoor de Gazet van Limburg, Sportief, de Haagsche Couranten de Sportwereld.AustraliëHij kan zijn draai niet echt vinden en ziet de toekomst in Nederlanden Europa niet zo rooskleurig in. Veel Nederlandersemigreren in die tijd naar Australië en Canada, waar werken ruimte te over zijn. Dik reist in 1951 per KLM als een soortvroege backpacker naar Sydney, Australië, om er achter tekomen of hij zich daar beter op zijn plaats zal voelen. Hijverkoopt bioscoopkaartjes, is caddy op een golfbaan en verpleeghulpop een ziekenzaal met oorlogsveteranen.Hij leeft zuinig, om zijn verloofde Annie zo snel mogelijkover te kunnen laten komen.Dik: “Op een dag zei één van die patiënten dat ik al mijngeld op een bepaald paard bij de paardenraces moest zetten,als ik mijn verloofde snel wilde zien. Een volstrekte outsider,dat paard, met de onvergetelijke naam ‘Tipsy Sailor’. Ik durfde de gok niet aan. Tipsy Sailor won, 20 maal de inzetwerd uitbetaald! Toen besloot ik om terug te gaan, het landbeviel me niet en ik miste mijn verloofde.” 
Terug in Nederland pakt hij het tekenen voor de HaagscheCourant weer op. In 1952 trouwt hij met Annie en besluit hijvan het tekenen zijn beroep te maken.Dochter Elsje Bruijnesteijn:“Dik en Annie gaan inwonen bij Annie’s ouders, op eenbovenwoning aan de Amsterdamse Overtoom. Op een dagzegt Dik zijn vaste baan als grondsteward op om zijn broodte gaan verdienen met tekenen. Schoonmoeder is geschokt,is bang dat haar dochter aan de bedelstaf zal raken. Immers,alleen een ambtenarenbaan geeft zekerheid in inkomen enstatus voor het leven. Dik vertelt zijn schoonmoeder dat hijuiteindelijk als tekenaar meer geld zal verdienen dan hij ooitzal verdienen als steward. Als blijkt dat hij succes heeft metzijn karikaturen is zijn schoonmoeder om, zij gaat plakboeken aanleggenvan zijn werk.” 
De tekeningen uit plakboeken zijn bewaard gebleven plakboeken en dienenmede als basis voor deze website. 

Nederlands professioneel voetbalsucces
In 1953 speelt een niet officieel Nederlands elftal in het ParijseParc des Princes een historische voetbalwedstrijd, terondersteuning van de getroffenen van de watersnoodramp.De in het buitenland spelende Nederlandse profs winnenverrassend met 2-1. Dik vliegt per KLM gratis naar Parijs, zondergeld op zak. Om te kunnen slapen en eten heeft hij hulpnodig van de Nederlandse spelers. Een aantal van hen kenthem al, door zijn werk voor de kranten. In hun hotel beloofthij alle spelers een goede karikatuur, tegen een voorschotop de kleine vergoeding die hij voor de tekeningen kreeg.Nederland wint de wedstrijd, eindelijk is er weer Nederlandsvoetbalsucces. Niet lang daarna wordt (semi-) profvoetbal inons land geïntroduceerd en wordt de ban op de ‘afvallige’voetbalprofs opgeheven.



















Het Vrije Volk (1953 – 1968)
Dik begint zijn tekencarrière gezeten naast voetbaldoelen,tussen de fotografen. Tijdens de wedstrijden maakte hij‘aan-tekeningen’ die hij later in zijn werkkamer uitwerkt.In 1953 treedt hij in vaste dienst bij Het Vrije Volk. Hij wordtdaar ‘journalistiek tekenaar’. Via zijn tekeningen vertelt hijverhalen. Het Vrije Volk gelooft daarin, op 31 oktober vandatzelfde jaar tekent hij zijn eerste ‘Wat een week’: een getekendverslag van de belangrijke gebeurtenissen van de afgelopenweek, met Diks commentaar.De introductietekst:“Wéér een week voorbij! Om precies te zijn: de vierenveertigstevan dit jaar 1953. Maandag is zo’n week doorgaansal weer vergeten. Dat is jammer, want er gebeuren in onzegrote en goede stad Amsterdam eigenlijk dagelijks gedenkwaardigeen onvergetelijke zaken. Een paar daarvan willen wij voortaan aan het eind van iedere week even in uw herinneringgriffen. Met de tekenpen uiteraard. De tekenaarkent u al, van de sportpagina’s: ‘Dick’ Bruijnestein, 26 jaar.Het enige niet-Amsterdamse aan hem is, dat hij in Rotterdamwerd geboren.












In de beginperiode bij Het Vrije Volk wordt er van hem verwachtdat hij ook politieke tekeningen voor de krant maakt.Maar al snel komt Dik tot de conclusie dat hij geen politiektekenaar is. “Voor dat vak moet de politiek je aansprekenen is ‘partij kiezen’ noodzakelijk. En moet je voldoen aan devisie van het medium waarvoor je werkt, of je moet jezelfverloochenen”.
Hij is tegen de Amerikaanse aanwezigheid in Vietnam entegen de in die tijd populaire kreet “Johnson moordenaar”.Johnson was in de jaren zestig de Amerikaanse presidenten Dik was de Amerikanen dankbaar dat ze hem in 1945 inDuitsland hadden bevrijd.Drie jaar later, op zaterdag 1 september 1956, tekent hij de150e en laatste ‘Wat een week’, de maandag erna, inmiddelsals Dick Bruynesteyn (met tweemaal ‘y’ en nog steeds‘Dick’), verschijnt de eerste ‘Wat een dag’ van Diks hand,een dagelijks commentaar op het nieuws, links onderaan opde voorpagina. Zoals ‘Wibo’ (Wim Boost) dat in die tijd bij deVolkskrant deed. Twee jaar later heeft hij het inmiddels zodruk met nieuwe activiteiten dat de serie wordt veranderdin ‘Wat een maand’, nu definitief als Dik Bruynesteyn.

Monty kauwgomplaatjes
Met de introductie van het semi-professioneel voetbalneemt de populariteit en de kwaliteit van hetNederlands voetbal toe. De meeste in het buitenland spelende profs keren terug naar de Nederlandse competitie, Interlands worden gewonnen ende tribunes stromen weer vol. Dik lift mee op het succes.In 1958 tekent hij de eerste serie van de legendarische Montykaarten:een kwartetspel van Nederlandse eredivisievoetballers,vier spelers van ieder team. Abe Lenstra, Faas Wilkes,Rinus Michels, Hans Kraay, Eddie Pieters Graafland, in totaal72 spelers. De kaarten worden verpakt bij een plakje Montykauwgom. Bij opening van het pakje kauwgom trekt alleende geur al het glazuur van je tanden, maar het verzamelenvan de Montykaarten wordt een absolute rage. Als karikaturistis Dik inmiddels volwassen geworden. Het eredivisiekwartet,het eerste spel, is subliem getekend. Het wordt – enis nog steeds – een gewild verzamelobject. Na het eredivisiekwartetspel volgt al snel het regionale- of streekkwartetmet spelers uit de Eerste en de toen nog bestaande TweedeDivisie. Daarna volgen nog verschillende kwartetten, kaartspellenen andere series ‘kauwgomplaatjes’ van voetballersen andere sporters. In Engeland wordt een kaartspel met Engelsevoetballers uitgegeven, in Duitsland een kwartetspelmet Duitse voetballers. In België worden twee spellenuitgegeven, een kwartetspel met internationale voetballers en een kaartspel met internationale wielrenners. 
De Montykaarten zijn inmiddels in waarde gestegen van 5cent in 1958 naar soms 30 euro per stuk, met uitschieters naar boven! Er wordtdruk gehandeld op veilingsites, ruilbeurzen en verzamelaarsmarkten.

Watersnood elftal 1953

Sir Winston Churchill

SportToto (1959)
Na de reorganisatie van het voetbal vinden Dik en zijnvrienden Ed van Opzeeland (sportjournalist), Guus van derHeijden (de latere voorzitter van de honkbalbond) en liftenbouwerDé Stoop (als financier) dat ook de sportjournalistiekgemoderniseerd moet worden. Zij beginnen in 1959 desportkrant SportToto. Het blad op tabloidformaat, met op devoorpagina een supergrote karikatuur met steunkleur vaneen bekende voetballer, wordt alleen in de Randstad gedistribueerd.Vele jaren later vertelt Ed van Opzeeland mij datDik het distribueren grotendeels zelf deed, in zijn Citroën 2CV. Het bleekfinancieel geen haalbare zaak, na precies een jaar ging hetblad ter ziele. De nalatenschap is prachtig: een groot aantalprachtige karikaturen, sommige met steunkleur, van bekendesporters én Diks eerste stripverhaal: 'De wonderlijkeavonturen van Krik Krek.' 











Sport in Beeld / Studio Sport (1959–1990)
In hetzelfde jaar volgt een nieuwe grote stap in zijn carrière,voor zijn bekendheid misschien wel de belangrijkste. Hijwordt gevraagd voor Sport in Beeld,voorloper van Studio Sport en NOSSport, in de beginperiode met JeanSmits en Bob Spaak als presentatoren.Door zijn werk bij de televisie verandertDiks tekenstijl. Snelheid is geboden,vaak moet in enkele minuten een tekeningworden geproduceerd, detailsvallen weg, het aantal lijnen neemt af,de overblijvende lijnen worden vloeiender.En die uit tijdnood geboren vereenvoudigingmaakt zijn werk sprekender. 
Het studiowerk ging als volgt. ’s Middagsbezocht hij een voetbalwedstrijd.Na afloop reed hij rechtstreeks naar destudio’in Hilversum. Tussen 5 en 7 werdende films van de wedstrijden proefgedraaidvoor de commentatoren. Daarmaakte Dik zijn tekening, aan de hand van de commentaren of op basis van wat hij die middag zelf hadmeegemaakt. Kort daarna keken 3 miljoen sportliefhebbers naarzijn werk. Dik werd een bekende Nederlander.In de beginperiode schrijft hij “in beeld” de competitiestandmet de hand. Op een dag maakt hij een voor de Roosendaalsevoetbalvereniging RBC nadelige vergissing en halfWest-Brabant stuurt kwaaie brieven naar de NTS, zoals deNOS toen heette.Elsje Bruijnesteijn:“Begin jaren ’60 word ik geboren. Als kind mag ik strips lezen.Sommigen van mijn vriendinnen mogen dat niet, omdatbeeldcultuur als ordinair word beschouwd. Dik tekent ‘Hetjongetje zonder naam’, een kinderboek over een jongetjezonder ouders dat zichzelf verwaarloost en dat uiteindelijkliefdevol wordt opgenomen in een groot, kinderrijk gezin.”













60-er jaren: radio, Voetbal International, Parool

In de loop van de jaren is tekst, zowel geschreven alsgesproken, voor Dik steeds belangrijker geworden.In het AVRO-programma 'Sport Laat' en later in hetKRO-programma 'Goal' heeft hij een eigen gesprokencolumn, ‘Gekrabbel en gebabbel’, waarin hij zijn (eigenwijze)visie op allerlei gebied geeft en al pratend de luisteraareen karikatuur laat tekenen, steevast eindigend met “zet ‘mop, witte muizen”.Dik tekent daarbij niet echt, het tekengeluid wordt nagebootstmet behulp van Diks autosleutels op een een bierviltje.Dik op de praatstoel, anekdotes vertellend, zo is hij in zijnelement.In deze periode loopt de oplage van Het Vrije Volk hard terug.De oorspronkelijke avondkrant met een aantal regionaleedities werd in 1960 een algemene ochtendkrant, maardat verbeterde de situatie niet. In 1968, als de bijna bezwekenkrant van Amsterdam naar Rotterdam verhuist, beëindigtDik de samenwerking. Twee jaar daarvoor is hij al gaanwerken voor Voetbal International, in 1969 start hij bij hetParool.Niet meer in loondienst, maar als zelfstandig tekenaar. Voorhet Parool tekent hij karikaturen en strips. Zijn stijl is soepelergeworden: snelle lijnen, met vaart getekend. In het Parool heeft hij achtereenvolgens twee rubrieken mettekst en een tekening. In het begin van de zeventiger jarenonder de naam ‘Van Abe tot Zoetemelk’, rond 1976 ‘Aangedikt’.Elsje Bruijnesteijn:“Als kind werd mij weleens gevraagd: ‘Wat doet je vadervoor werk’, sommige mensen dachten dat hij in de avondurenhobbytekenaar was. Niets was minder waar. Dik zat altijdthuis te tekenen, ook op zondag en ook in de vakantie.Wij moesten als kinderen dus vaak stil zijn“. 













Van Abe tot Zoetemelk (1973)
 In 1973 verschijnt het boek ‘Van Abe tot Zoetemelk, 25 jaarsportkarikaturen’ bij Uitgeverij Luitingh. Tegelijkertijd geefthet Parool een kwartetspel uit van de belangrijkste Nederlandsesporters. De kaarten zitten deze keer niet verstopt inkauwgompakjes, het complete spel kan worden gekocht bijhet Parool.‘Van Abe tot Zoetemelk’ bevat een groot aantal tekeningenuit de eerste 25 jaar van Diks carrière. Voorzien van eigenteksten bij iedere getekende sporter. Dik presenteert hiermeezijn nieuwe liefde, geschreven tekst, nu ook buitende krant. 

Stripverhalen, Appie Happie, 70-er jaren en later
Met de ‘geboorte’ van Appie Happie neemt het tekenen vankarikaturen af. In een interview in het Parool van Rob vanden Dobbelsteen op 22 oktober 1977:“Ik wist dat je er over zou beginnen. Ik word ouder en alsje ouder wordt moet je iets loslaten. Ik heb voor de stripgekozen omdat mijn enthousiasme voor de sport .. eh .. aanmerkelijkminder is geworden.”Gedurende 23 jaar, van maandag tot en met zaterdag, heeftDik iedere dag een strip in de krant. Hij werkt daarbij 2 weken vooruit, levert steeds 12 dagafleveringen aan. De laatstevijf jaar van die periode maakt hij gebruik van de fax waardoorhij zijn werk op dagelijkse basis kan versturen. 
Voor het tekenen van karikaturen blijft weinig tijd over.Wat hij wel blijft doen is het wekelijks tekenen voor StudioSport op televisie. Dit programma startte veelal met een door Dikgetekend ‘spoorboekje’, waarin de items van de uitzendingworden weergegeven. Ook in andere tv-programma’s is hijregelmatig te zien, zoals in 'Farce Majeure' (waarin Dik ookeenmaal optreedt als vervanger van Alexander Pola), 'TeLand, ter Zee en in de Lucht' en diverse (sport)quizzen. Langzamerhandwordt hij een 'Bekende Nederlander'.In de tijd die hij nog overheeft werkt hij nog voor VoetbalInternational, illustreert boeken (van zichzelf en van anderen)en maakt regelmatig reclametekeningen. Rond de diverseWK’s, EK’s en Olympische Spelen is er altijd wel een opvallendereclamecampagne met werk van Dik in de vorm vanposters, kwartetten, plaatjes, bierviltjes, pennen en gummetjesen andere verzamelobjecten. In deze jaren start Dik ookmet eigen presentaties, de voorlopers van wat hij later het‘Rondreizend Rek’ gaat noemen.














Weer karikaturen in de krant

Het dagelijks tekenen van eenstripverhaal is geen sinecure. Gelukkigpakte hij de draad van het tekenen van karikaturen weer op.In een aantal regionale kranten, waaronder het Noord-HollandsDagblad en de Tubantia, heeft hij een wekelijkse column: tekstenrond tekeningen van beroemde sporters, vergelijkbaar meteerdere rubrieken in Voetbal International, Het Parool enhet Limburgs Dagblad.Dik schrijft en spreekt graag. Regelmatig wordt hij gevraagddoor bedrijven om met zijn verhalen en tekeningen het personeelte inspireren, of bij de introductie van nieuwe producten.Sportverenigingen vragen hem als spreker bij jubilea.Hij laat een ‘Rondreizend Rek’ ontwerpen waaraan zijn tekeningenkunnen worden opgehangen en tekent ter plekkekarikaturen van personeelsleden of klanten.

Hattrick
In 1997 wordt een nieuw voetbalblad gelanceerd: Hattrick.Ruud Gosse nodigt Dik uit voor een gezamenlijk project: voetbalpuzzels. Iedere week een kruiswoordpuzzel over eeneredivisieclub, rond een tekening van een bekende spelervan die club.Ruud stelt voor om tekeningen uit zijn eigen verzameling tegebruiken, maar Dik wil absoluut niet dat hiervoor eerdergetekend werk wordt gebruikt, hij gaat nieuwe tekeningenleveren.De redactie van Hattrick weet Dik vervolgens ook te strikkenvoor “losse” karikaturen. Dik tekent weer 'actuele' voetballersin de krant: Danny Blind, Luc Nilis, Dennis Bergkamp,Wim Jonk, Giovanni van Bronckhorst, Marc Overmars, EdgarDavids, Clarence Seedorf, waarvan een aantal op deze site te zien zijn.Helaas stopt het blad na 11 nummers. Voetbalstatistieken inplaats van voetballers stonden centraal, het blad sloeg niet aan.
n 1999 tekent hij voor de gecombineerde Limburgse bladen.Ondanks zijn gevorderde leeftijd is hij nog altijd zeeractief, met tekenen, schrijven en fietsen. Hij vindt zichzelfnog altijd geen echte tekenaar, eerder cartoonist en denktdat zijn grootste kracht ligt in zijn ideeën.

Het eerste nummer van SportToto

Een eigen website
In 2004 startten Jan Ferwerda en Ruud Gosse met www.dikbruynesteyn.nl, de websiteover Diks karikaturen- en stripwerk. Dik vindt het prima, maarziet er niet veel in. In een interview in Panorama van 20 oktober2004 zegt hij:“Een site?O ja! Ik zit op internet.Ja, u moet weten dat ik daar geen flikker verstand van heb.Dat is allemaal door twee jongens gedaan die vroeger mijnkauwgomplaatjes en m’n strips hebben gespaard die ze teruil aanboden op internet, want ze zijn nogal handig metzo’n kastje. Dan vroegen ze bijvoorbeeld: wie wil de tekeningvan Joop Odenthal ruilen tegen een tekening van RinusTerlouw. Daar werd heel veel op gereageerd en zo kwamendie jongens op het idee van een, eh, website.”“Die jongens”, Jan en Ruud, waren op dat moment 60 en 42 jaaroud…De site wordt vanaf het begin goed bezocht, voldoet duidelijkaan de behoefte van Diks fans. Er komen regelmatigopdrachten van bedrijven en particulieren binnen voor tekeningenen optredens, waardoor Diks houding ten opzichtevan de site geleidelijk verandert. Hij vindt het prettig dat zijnopdrachtgevers zich niet meer rechtstreeks tot hem wenden. Hij wil graag tekenenmaar het onderhandelen over de prijs laat hij liever aan Ruudover. 

Darts kamioenschappen bij SBS 6
In 2006 worden wij benaderd door SBS 6. Resultaat: Dik isterug op tv. Gedurende de week van het Lakeside World ProfessionalDarts Championship, de wereldkampioenschappenvan de British Darts Organisation, tekent Dik iedere avondstap voor stap kanshebbers voor de titel. De kijkers moetenraden wie hij die avond vereeuwigt.












Vanaf dat moment ondertekenthij zijn werk in de krant met ‘dik bruynesteyn.nl ’!Het aantal leden van de site groeit snel, Dik’s populariteit bijde karikatuur- en de stripliefhebbers is nog altijd groot. Veelvroege verzamelaars van zijn voetbalplaatjes zijn inmiddelsgepensioneerd en vinden de oude Montykaarten op zolderterug en pakken het verzamelen weer op. Op de site kunnengratis advertenties worden geplaatst, bijvoorbeeld om Montykaarten te verhandelen. De prijzen per kaart lopen snelop. Voor een kaart uit het eredivisiekwartet uit 1959 wordtal snel € 5,00 betaald.Via de site worden de fans uitgenodigd uit om tekeningendie Dik voor hen maakte in testuren. Er komt veel oud werk boven water.
Als meer en meer verzamelaars hun vroeger verzameldekaarten op Marktplaats en andere veilingsites aanbieden,zakken de prijzen weer terug naar een redelijker niveau.Maar toch: voor kaarten uit latere, zeldzame series lopen deprijzen nog steeds op tot € 25,00 per kaart.

Operatie
In 2005 ondergaat Dik met succes een zware hartoperatie.Hij herstelt langzaam, heeft geheugenproblemen. Maar hijhoudt een positieve kijk op het leven, maakt plannen voornieuwe optredens in de kop van Noord-Holland en voornieuwe (boek-)projecten. Hij besluit om te stoppen met autorijden,maar gaat er toch nog regelmatig op uit, reistmet bus en trein het hele land door om goede vrienden,zijn sociëteit in Amsterdam en zijn websitebeheerders tespreken.

Dik Bruynesteyn Museum
Op een dag ontstaat het idee om een museum te beginnen.Achter het fraaie eetcafé De Generaal in Baarn uit 1870 staateen ruim gebouw dat in het verleden dienst heeft gedaanals wachtkamer voor de Koninklijke familie. Die ruimte zouuitermate geschikt zijn om een museum in te huisvesten.Naast ‘gewone’ rondleidingen zouden er recepties en presentatiesvoor sportverenigingen en organisaties kunnenplaatsvinden. Voor de presentaties zou Dik ingeschakeldkunnen worden. Maar voordat we ons werkelijk gaan verdiepenin de details wordt duidelijk dat de kosten te hoogzullen worden.

Appie Happie, terug van weggeweest
Al langere tijd liep Dik rond met het idee dat er nog eenlaatste Appie Happie-boek moest komen.In 2007 worden wij benaderd door Henk Verhulst, karikatuurverzamelaarvan het eerste uur, die wil proberen eententoonstelling van Diks werk van de grond te krijgen. Hijvindt gehoor bij het Gronings Stripmuseum, waar rond Diks80e verjaardag een expositie over zijn stripwerk wordt georganiseerd.Op de dag van de opening wordt het laatste Appie Happie boek gepresenteerd: 'Appie Happie terug vanweggeweest'.Het boek vertelt hoe het leven van de vele personages uit deAppie Happie-strip zich verder heeft ontwikkeld. Hoe gaathet na al die jaren met Simon S. Smakeloos, Kolonel B.D.Buitendienst, Vampa en Snoepie?Hij combineert dat met rollen voor een groot aantal bekendeNederlanders van dat moment; Johan Cruyff, Edwin vander Sar, Guus Hiddink, Louis van Gaal, Youp van ’t Hek, Freekde Jonge, Jan Mulder en vele anderen. Het boek wordt doorPierre van Hooijdonk gepresenteerd in het Olympisch Stadionin Amsterdam en haalt het NOS-Journaal.












De Spits en De Pers
Ook in de eenentwintigste eeuw zijn sportredacties vankranten geïnteresseerd in Diks werk. Hij tekent korte periodesvoor de Spits (2006), De Pers (2007) en het NRC (2008).Zijn dan toch wel teruglopende gezondheid maakt het hemonmogelijk om regelmaat te garanderen.














Diks laatste boek: 'Dik Tevreden'
Nu Appie Happie definitief afscheid heeft genomen wilDik zijn allerlaatste boek maken, dat de titel ‘Dik Tevreden’moet krijgen. Zijn eerste idee is om een roman te schrijvendie elementen uit zijn eigen leven bevat. Maar langzamerhandverandert zijn idee: het moet een terugblik op zijn werk als karikaturist worden, waarin de belangrijkste sportgebeurtenissenen sportfiguren uit zijn carrière de hoofdrolmoeten krijgen.

Ajax wordt kampioen
Begin 2012 gaat Diks gezondheid hard achteruit. Eind maartwordt hij met hartklachten opgenomen in het Streekziekenhuisin Hoorn. Kort voor zijn overlijden verklapt hij dochter Elsje dat zijn favoriete voetbalclub Ajax, ondanks dat het op dat moment ver achter staat,toch weer kampioen gaat worden.En dat komt uit! 

28 april 2012
Dik heeft het kampioenschap niet meermogen meemaken.Op 28 april 2012overlijdt hij, op 84-jarige leeftijd, in het Streekziekenhuis inHoorn. Zijn eigen 'Dik Tevreden' zal niet meer verschijnen. Deverslagenheid onder zijn bewonderaars is groot. Bekendeen onbekende Nederlanders reageren op het trieste nieuws,radio en tv besteden er die avond nog aandacht aan. 
Devolgende dag verschijnen er artikelen over zijn carrière invrijwel alle dagbladen. Voor een groot aantal daarvan heefthij gewerkt. 
Diks overlijden betekent tegelijkertijd het einde van een tijdperk, 'desportkarikatuur' in de krant. In Nederland geïntroduceerddoor Bob Uschi, in de jaren dertig van de vorige eeuw.
Dikverhief de simpele tekening tot kunst.Gaby van den Berghe, Nederlands auteur, bekend om zijnobservaties, schreef vele jaren geleden: Dik Bruynesteyn isde enige die ons aller droom verwezenlijkt heeft: hij wildeBob Uschi worden en werd Dik Bruynesteyn!

Epiloog
Dik bracht 65 jaar sportgeschiedenisop geheel eigen, relativerendewijze in beeld. Hij was erin 1953 bij toen de basis voor hetbetaalde voetbal in Nederlandwerd gelegd. In Parijs, waar dein het buitenland spelende Nederlandseprofs van Frankrijkwonnen. Hij was erbij toen deHongaren in datzelfde jaar opWembley de Engelsen met 6-3versloegen. Hij was erbij toenArd en Keessie hun successenop de schaats boekten, toen JanJansen en Joop Zoetemelk deTour de France wonnen, toen Ajax, Feyenoord en PSV de Europacup 1, de voorloper vande Champions League wonnen. En hij was er op uitnodiging van zijn favoriete voetbalclub bij , toen Ajax op6 november 2011 in de Arena met 6-4 van FC Utrecht verloor.
Dik was altijd tegen het gebruik van oud werk. “Wat ik gisterengetekend heb kan ik vandaag beter!” Nu hij er nietmeer is, zullen we het moeten doen moet met wat hij eerdermaakte. Maar dat nadeel heeft het voordeel dat wijde Nederlandse sport-, strip- en karikatuurliefhebbers eenuitgebreid en representatief beeld kunnen geven van zijnontwikkeling.Natuurlijk zijn Dik’s vroege tekeningen van een andere kwaliteitdan zijn latere werk. Maar zijn talent was al snel duidelijkte herkennen.Elsje Bruijnesteijn: “Mijn vader was een inspirerende vader,een meer dan geweldige opa, een begenadigd tekenaar envooral een kleurrijke figuur. Een ‘selfmade’ (hij verfoeide ditwoord) man die alles uit het leven heeft gehaald wat erinzat. ‘Kunstenaar’ wilde hij zeker niet genoemd worden; zijnberoep was poppetjestekenaar.” 
Deze website is het eerbewijs aan een fantastische tekenaar, diegewerkt heeft in de periode waarin de sport een steeds belangrijkerplaats in ons leven is gaan innemen. Een man diezijn talent onderschatte, die eraan meewerkte dat de jeugdsportiever werd, die sporters op een milde manier op de haknam. Die de belangrijkheid van de sport vervolgens relativeerde.Die geliefd was bij drie generaties sportliefhebbers,journalisten en sporters.En die, naar ik hoop, nog vele jaren herinnerd zal wordenals intermediair tussen sport en publiek, als tekenend journalist,sporthistoricus en – bovenal – als een aimabel mens.


Ruud Gosse